In dit artikel vind je:
Waar moet je op letten bij het vervoegen van zeggen? Is het gezegd of gezegt?
Het is lastig en de twijfel slaat toe. Is het: ik heb gezegd of ik heb gezegt? Heeft gezegd of heeft gezegt? Eerlijk gezegt of gezegd? Je wilt het werkwoord ‘zeggen’ vervoegen, maar je weet niet goed wat de juiste manier is. Het kofschip en/of andere spellingmethodes of truckjes kunnen hierbij uitkomst bieden. Maar wat is het kofschip en hoe werkte dat ook alweer? Het kan zijn dat je deze spellingsregels niet meer zo goed weet. Geen nood, in deze blog kom je te weten hoe je deze spellingsregels toe kan passen in jouw teksten.
Wanneer schijf je een werkwoord als gezegd met een d of een t?
Werkwoordspelling blijft lastig. Er worden veel fouten gemaakt bij vervoegingen, dat blijkt uit de praktijk. Sommige werkwoorden zijn ook moeilijk te vervoegen! Vooral de ik-vorm, die eindigt op een d blijkt voor veel mensen lastig te zijn en dus worden daar veel fouten mee gemaakt.
Om te checken of je een werkwoord met een d of een t schrijft, moet je eerst achterhalen of het gaat om een persoonsvorm of een voltooid deelwoord. Is er sprake van een persoonsvorm? Dan schrijf je een werkwoord met een t. Is er sprake van een voltooid deelwoord? Dan schrijf je een werkwoord met een d. Echter zijn er, zoals eerder aangegeven ook uitzonderingen op de regel, dat is jammer want daar komen de fouten van.
Hoe herken je de persoonsvorm?
Er zijn twee verschillende en makkelijke manieren om een persoonsvorm te herkennen. Eerste is het mogelijk om de zin in een andere tijd te zetten. Het werkwoord wat in een andere tijd komt te staan is hierbij de persoonsvorm, je kan dit woord dus veranderen. Ten tweede is het mogelijk om een vraagzin te maken. Het werkwoord wat vooraan komt te staan is hierbij de persoonsvorm.
Wat is de juiste manier van spelling en waarom ik heb gezegt of gezegd?
Het juiste antwoord is met een ‘d’ gezegd. Gezegd is het voltooide deelwoord van zeggen. In de meeste gevallen eindigt een voltooid deelwoord op een d. Maar let op, dit is niet altijd
het geval en ook hier komen de fouten weer om de hoek kijken. Er zijn uitzonderingen op de regel. In dit geval is dit niet zo en is ‘ik heb gezegd’ correct. Hier kan je een overzicht vinden van de vervoeging.
Wat is een voltooid deelwoord
Voltooit betekent dat iets klaar of af is, er gebeurt daarna niets meer. Een simpele uitleg is dus dat je een voltooid deelwoord gebruikt als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is.
Hoe herken je snel een voltooid deelwoord?
Een voltooid deelwoord is makkelijk te herkennen aan de eerste twee of drie letters van het werkwoord. Denk hierbij aan ‘be’, ‘ge’, ‘ver’, of met ‘ont’. Ook dit is niet altijd het geval. Als er in de verleden tijd enkelvoud een d voorkomt, dan komt er over het algemeen ook een d achter een voltooid deelwoord.
Als er een t staat, komt er ook in de meeste gevallen een t achter het voltooide deelwoord. Bij een voltooid deelwoord kun je een geheugensteuntje, zoals ‘t Kofschip gebruiken. Op die manier is het mogelijk om erachter te komen of je gezegt of gezegd moet schrijven.
Wat is het Kofschip en hoe gebruik je het Kofschip?
Met ‘t kofschip (of ’t fokschaap, dat is hetzelfde principe) kun je nagaan of je een werkwoord met een d of een t moet schrijven. Let op, deze methode is alleen voor de verleden tijd en de voltooide tijd te gebruiken. Het is dus niet mogelijk om dit handigheidje voor de tegenwoordige tijd te gebruiken. Het Kofschip kan je in de meeste gevallen toepassen, maar niet in alle, er zijn ook hier weer uitzonderingen en dus fouten mogelijk.
Hier een stappenplan ‘t kofschip
Stap 1: Gebruik het hele werkwoord. Het werkwoord is in dit geval ‘zeggen’.
Stap 2: Haal hier ‘en’ vanaf.
Stap 3: Spreek het woord uit en kijk of de klank van de laatste letter, in dit geval de ‘g’, overeenkomt met een van de medeklinkers uit ‘t kofschip. De klank is altijd erg belangrijk. De letter ‘x’ zit namelijk niet in ‘t kofschip, maar deze kan in sommige gevallen wel klinken als de letter ‘s’. De letter s zit wel in ‘t kofschip.
Stap 4: Wanneer de laatste letter, geen klank uit ‘t kofschip is, dan komt er automatisch een d achter het werkwoord. Dit is het geval bij het werkwoord ‘zeggen’. Het juiste antwoord is gezegd en niet gezegt. Wanneer de laatste letter wel een klank uit ‘t kofschip is, dan komt er automatisch een t achter het werkwoord.
Welke andere methodes kan je gebruiken
Er zijn natuurlijk meer manieren om te onderzoeken of je een woord met een d of een t moet schrijven. Het is ook mogelijk omeen bijvoeglijk naamwoord van het werkwoord ‘zeggen’ te maken. Op deze manier weet je dat de uitkomst ‘ik heb gezegd of ‘heeft gezegd’ is.
Soms is het makkelijk om het werkwoord te vervangen voor een ander werkwoord, waar je de t duidelijker hoort, zoals lopen, loopt of fietsen, fietst. Wanneer je dit werkwoord in het enkelvoud zet, hoor je vanzelf of je een woord met een t moet schrijven. Soms is er al een d aanwezig, waardoor je er een t aan vast kunt plakken. Deze methode is alleen te hanteren bij de tegenwoordige tijd, dus niet in alle gevallen toe te passen. Dit is eigenlijk het meest gebruikte truckje voor het inzetten van een d of een t.
Meest gestelde vragen
Hoe herken ik een voltooid deelwoord?
Belangrijk in de regel voor een d of een t, hier lees je waarom.
Hoe kan ik het Kofschip het beste gebruiken?
Het Kofschip is een van de meest gebruikte truckjes, lees hier hoe je dit gebruikt.
Welke methodes kan ik nog meer gebruiken anders dan Kofschip?
Let goed op wat er voor een werkwoord staat, lees hier waarom.